- Donker en licht -
Op maandag kregen de kinderen elk een fluor-stokje (lichtstokje) in de hand. Maar... we zagen helemaal geen licht.
We gingen op zoek naar oplossingen. We stapten rond in de klas en merkten op dat we het licht zagen in donkere hoekjes.
Juf ging samen met de kinderen op zoektocht naar donkere plekjes in school. We gingen naar de kelder, naar de gang van het lager en op zolder.
Na de speeltijd stond er een grote doos in onze klas. We gingen er één voor één in met ons lichtstokje en merkten op dat dit ook wel een leuk plaatsje was. De doos zelf had wel nog een likje verf nodig.
We gingen op zoek naar oplossingen. We stapten rond in de klas en merkten op dat we het licht zagen in donkere hoekjes.
Juf ging samen met de kinderen op zoektocht naar donkere plekjes in school. We gingen naar de kelder, naar de gang van het lager en op zolder.
Na de speeltijd stond er een grote doos in onze klas. We gingen er één voor één in met ons lichtstokje en merkten op dat dit ook wel een leuk plaatsje was. De doos zelf had wel nog een likje verf nodig.
- Lichtjes voor Sint-Maarten -
Juf vertelt het verhaal van Sint-Maarten aan de hand van de houten poppetjes. De kinderen bootsen daarna het verhaal uit.
Sssst, wees stil. Daar in de verte horen we het getrappel van de paardenhoeven.
Klak klak klak (de kleuters doen dit na door te klikken met hun tong)
Woesh! Een ijzige wind blaast hier in november. (We blazen net zoals de wind)
Daar is Maarten op zijn paard. Hij is een Romeinse soldaat en wandelt door de straten van het dorp.
Voor de oude stadspoort zit een arme bedelaar. Hij is héél droevig en heeft het koud.
Brrr (de kleuters rillen en kijken droevig, juf toont het kaartje 'verdrietig')
Maarten stapt van zijn paard en hij snijdt zijn mantel in twee.
(de kleuters doen alsof ze een zwaard in de hand hebben en hakken kort naar beneden)
Maarten geeft de helft van zijn mantel aan de bedelaar en de bedelaar is niet meer droevig... hij is blij.
(juf toont het kaartje van blij en we bootsen het gevoel blij na met ons gezicht)
Wanneer Maarten 's avonds in zijn bedje ligt ziet hij nog steeds de bedelaar glimlachen.
Hij krijgt een warm gevoel vanbinnen en voelt zich net als een klein lichtje.
Dan weet Maarten het! Hij wil geen soldaat meer zijn maar hij wil nu alleen nog maar de arme mensen uit het dorp helpen.
Sssst, wees stil. Daar in de verte horen we het getrappel van de paardenhoeven.
Klak klak klak (de kleuters doen dit na door te klikken met hun tong)
Woesh! Een ijzige wind blaast hier in november. (We blazen net zoals de wind)
Daar is Maarten op zijn paard. Hij is een Romeinse soldaat en wandelt door de straten van het dorp.
Voor de oude stadspoort zit een arme bedelaar. Hij is héél droevig en heeft het koud.
Brrr (de kleuters rillen en kijken droevig, juf toont het kaartje 'verdrietig')
Maarten stapt van zijn paard en hij snijdt zijn mantel in twee.
(de kleuters doen alsof ze een zwaard in de hand hebben en hakken kort naar beneden)
Maarten geeft de helft van zijn mantel aan de bedelaar en de bedelaar is niet meer droevig... hij is blij.
(juf toont het kaartje van blij en we bootsen het gevoel blij na met ons gezicht)
Wanneer Maarten 's avonds in zijn bedje ligt ziet hij nog steeds de bedelaar glimlachen.
Hij krijgt een warm gevoel vanbinnen en voelt zich net als een klein lichtje.
Dan weet Maarten het! Hij wil geen soldaat meer zijn maar hij wil nu alleen nog maar de arme mensen uit het dorp helpen.
Lekker buiten spelen
- Lampionnetje-
Lampionnetje, lampionnetje
Schittert door de donkere nacht.
Als een zonnetje, als een zonnetje.
Heeft hij ons geluk gebracht.
Schittert door de donkere nacht.
Als een zonnetje, als een zonnetje.
Heeft hij ons geluk gebracht.